Inhoudsopgave
Inspiratie werkvormen voor bewegend leren
Wat ik vaak om me heen hoor, is dat mensen wel graag bewegend leren willen inzetten, maar de inspiratie missen om dit vorm te geven. De meeste kunnen nog wel een renspel (bijvoorbeeld een Zweedsloopspel of een estafette) bedenken, maar voor veel leerkrachten houden de werkvormen voor bewegend leren daar wel op.
Cursus / workshop bewegend leren gezocht
Natuurlijk niet!
Er wordt dan gevraagd naar workshops, cursussen, trainingen en literatuur. Dat is natuurlijk allemaal leuk, maar misschien (in een aantal gevallen) wel een beetje zonde van het geld dat je óók had kunnen gebruiken voor het aanschaffen van fijne materialen die het bewegend leren vorm kunnen geven.
Dit blog heb ik geschreven om jullie te inspireren en van ideeën te voorzien rondom werkvormen voor bewegend leren, maar dan gratis!!
Allereerst zijn er al héél veel ideeën gratis te vinden (en serieus, denk je dat je unieke ideeën gaat vinden in een workshop of boekje?!). Waar zou die inspiratie vandaan komen?
Goede ideeën, waar ook vandaan, komen uiteindelijk toch altijd terecht op het internet!
Basistips voor ideeën
- Volg op Instagram profielen die veel werken met bewegend leren. (Heb je nog geen Instagram, overweeg het eens! Al is het alleen maar om inspiratie op te doen.) Deze zijn eenvoudig te vinden door te zoeken op #bewegendleren. Profielen van @doevrijdag en @bewegend.leren.po zijn erg interessant om te volgen. Of op ons eigen profiel @spelendenbewegendleren! Op deze pagina’s vind je veel voorbeelden, werkvormen, ideeën, enz. Ben je naast ideeën nog op zoek naar een pagina om geïnspireerd te worden voor materialen rondom bewegend en spelend leren, dan is @powerspel een echte aanrader.
- Facebook heeft onderwijsgroepen waar veel ideeën gedeeld worden. Ook hier kun je zoeken met #bewegendleren. Je vindt dan berichten, pagina’s en (besloten) groepen.
- Ook op Pinterest vind je ontzettend veel ideeën! Soms is het zien van een idee, een inspiratie om nieuw idee te bedenken.
- Laat je inspireren door wát of hóe je de kinderen wilt laten leren. Misschien vind je het in het begin lastig, maar naar mate je meer ervaring krijgt met bewegend leren, word je er vanzelf handiger in. Je zal zien dat ook het bedenken van ‘nieuwe’ vormen steeds gemakkelijker wordt.
Grofweg hanteer ik een aantal categorieën, waar ik steeds allerlei varianten op bedenk (al dan niet in combinatie met elkaar).
Soorten werkvormen voor bewegend leren
Estafette
Verdeel de groep in een x-aantal groepjes. Elk groepje staat bij een startpunt. Alle spelers leggen, om de beurt, eenzelfde route af *.
Aan het einde van de route moeten ze iets pakken, opschrijven, mikken, veroveren, verzamelen, tactisch kiezen, onthouden, enz. dat met de cognitieve activiteit te maken heeft. De eerste speler komt terug via een afgesproken route en tikt de volgende speler aan. Welk groepje is als eerste klaar.
* Ook in de route kan je variëren; laat kinderen samenwerken, een parcours afleggen, stuiteren met een bal, touwtje springen, zak lopen, hinkelen, huppelen, koprollen, rollen, kikkersprongen, enz. Weet hierbij dat het kruisen van de middellijn een positief effect geeft op de samenwerking van de hersenen wat bijdraagt aan het beter en langer onthouden van de leerstof.
Renspel
Dit lijkt misschien in eerste instantie veel op de estafette, maar toch is er wel degelijk een verschil. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spellen als een Zweeds-loopspel, Ren-je-rot, of een lopend dictee. Laat de kinderen rennen naar een blad / opdracht / kaartje / vak lopen om op die manier een vraag te beantwoorden. Powerspel heeft een reeks leermatten die bijzonder geschikt zijn om hierbij in te zetten. Denk dan bijvoorbeeld aan de meerkeuze leermat, de tafelleermat, maar ook de getallenlijnen lenen zich hier erg goed voor.
Tikspel
Tikkertje spelen en nog leren ook! Ik houd hiervan! Moeilijk? Nee, super eenvoudig! Zelf werk ik hierbij altijd met hesjes waar ik een goed plakkend, transparant zakje op gemaakt heb (meer hierover lees je in het blog ‘Bewegend leren – zonder bruine boterham met kaas’). In de zakjes krijgen de kinderen kaartjes.
Op de kaartjes kan staan:
- breuken (breuk-kommagetal-procent óf breuken om samen 1 te maken, óf breuken die even groot zijn zoals 2/3 en 4/6)
- sommen tot 20 / 100 / ….,
- deel)tafels (sommen met dezelfde uitkomst verzamelen, een getal roepen waarvan de uitkomst gelijk moet zijn aan de som in het zakje),
- spreekwoorden (spreekwoord-betekenis),
- woordenschat (woord-betekenis),
- topografie (provincie-provinciehoofdstad-stad) of
- meerdere spellingscategorieën (categorie-woorden zoals ei, geit, meisje en brei bij de categorie ei-woorden).
Laat de kinderen elkaar tikken als zij het antwoord op de som van een ander weten, de betekenis van een woord dat de ander bij zich draagt, de spellingscategorie kunnen noemen, enzovoort.
De mogelijkheden zijn eigenlijk eindeloos. Uiteraard moet je een beetje kaderen in de vraag- en antwoordmogelijkheden om de spanning erin te houden. De groepsgrootte is bepalend voor het aantal vraag- en antwoordmogelijkheden; meer kinderen betekent meer vraag- en antwoordmogelijkheden.
Verzamelspel
Hang kaartjes op aan een waslijn / leg kaartjes neer aan het einde van een parcours / verstop plastic eieren op het plein / plak post-its op. Allerlei manieren om verzamelspellen vorm te geven. Geef kinderen een opdracht mee wat ze moeten verzamelen. Wanneer je verschillende kinderen, verschillende opdrachten geeft, wordt het spel extra spannend. Ook bij deze spelvorm kunnen de hesjes, met het transparante zakje erop, uitkomst bieden. Kinderen kunnen dan eenvoudig de verzamelde kaartjes in het zakje bewaren.
Je kunt de kinderen ook voorwerpen laten verzamelen. Dit kan op kenmerk (rond, rood, scherp, enz), maar ook met woordenschat (zowel nederlands als engels), rekenen (zoek een tafel bijv 2×5 –> 2 handschoenen of 68-44= 24 blokjes, potloden, steentjes, takjes, tegels enz).
Doelspel
Doelen (of mikken) is waar het in deze spelvorm om gaat. Dat kan natuurlijk met een bal, maar er zijn meerdere varianten mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan pittenzakjes, een waterpistool of dartpijltjes (met klittenband 😉).
De variatie, in deze spelvorm, zit vooral in waarop je doelt of mikt. Of je blikken, kegels, flessen (water), stoepkrijt op de muur, een rebounder, een gatendoek, een dartbord, enz. Maar ook een klimrek (eventueel met een zak er aan geknoopt om het op te vangen) of een Funnybalpaal zijn perfect om in te zetten. Denk vooral niet te moeilijk en probeer het simpel en eenvoudig vorm te geven. De meeste scholen hebben tenslotte niet een schuur om alleen maar materialen voor bewegend leren in te zetten.
Springspel
Springen is natuurlijk super tof en hartstikke gezond! Springen over een mat. In combinatie met kaartjes, dobbelstenen of een draaischijf zijn allerlei verschillende spellen te bedenken; spring een som over de leermat, spring het kaartje naar de juiste plek op de leermat, dobbel en spring naar de goede plek, dobbel en spring in sprongen van wat je gedobbeld hebt, draai met de draaischijf en spring naar de juiste plek, draai met de draaischijf, reken al springend je antwoord uit, spring het juiste pad over de leermat en kijk waar je uitkomt, enzovoort. Geen mat? Met stoepkrijt is dit natuurlijk ook op het plein te tekenen!
Een ander leuk springspel leg ik uit in het blog; kangoeroespel.
Parcours
Ideaal om je creativiteit eens lekker los te laten gaan. Denk eenvoudig; een hoepel waar je doorheen moet, een klimrek waar je overheen moet, de rekstok waar je onderdoor moet of een zandbakrand waar je over moet balanceren. Met pionnen kun je de route goed begeleiden. Werk jij nou nét op een school die geen zandbak, klimrek, rekstok of ander materiaal heeft dat je kunt inzetten voor een parcours, dan teken je dit gewoon met stoepkrijt! Met hoepels, pionnen en stoepkrijt kun je heel eenvoudig wisselen, waardoor je elke keer een nieuw parcours kan maken.
1 gedachte over “Werkvormen voor bewegend leren”