Inhoudsopgave
Hoe belangrijk is het om de woordenschat te vergroten van een kind? Een goede woordenschat is belangrijk. Dat is natuurlijk een open deur. Maar dat het een serieus verschil in de ontwikkeling van een kind kan maken, lijkt niet iedereen zich te realiseren. Uiteraard is een goede woordenschat handig om een ander te kunnen begrijpen in een gesprek, maar het is ook voor een groot deel bepalend voor het succes van een kind op school.
Het verband tussen de woordenschat vergroten en schoolprestaties
De woordenschat van een kind is onlosmakelijk verbonden met het begrijpen wat je leest. Nu denk je vast aan het vak begrijpend lezen…. Dat klopt ook. Begrijpend lezen is een belangrijk vak, sterker nog het is zwaarwegend in het advies van een kind voor het voortgezet onderwijs. Maar het gaat veel verder dan alleen begrijpend lezen. Neem bijvoorbeeld de vragen in het verkeersboek of eigenlijk, in elk willekeurig boek! En zelfs rekenen is doordrenkt met taal. De toetsen voor rekenen bestaan voor een groot deel uit taal. Al kan je nóg zo goed rekenen, wanneer je de tekst die erbij staat niet goed begrepen hebt, is het goed oplossen van de som bijna onmogelijk.
Passieve en actieve woordenschat
Woordenschat is onder te verdelen in twee groepen; passieve en actieve woordenschat. Bij passieve woordenschat begríj́p je de woorden, bij actieve woordenschat kun je de woorden ook zelf gebruiken. De passieve woordenschat is dus ook groter dan de actieve woordenschat. Zelf maak ik graag de vergelijking met mijn vakantie naar Frankrijk. Ik begrijp redelijk wat er in het Frans gezegd wordt, maar wanneer ik dan moet terugpraten, blijkt mijn woordenschat ineens een stuk minder groot te zijn…. Het verschil dus, tussen passieve en actieve woordenschat.
Hoe kan ik de woordenschat vergroten?
De woordenschat van kinderen kun je vergroten door ze ‘te overgieten’ met taal. Denk niet alleen aan het aanleren van nieuwe woorden (passieve woordenschat). Probeer ze ook uit te dagen om zélf ‘nieuwe’ taal te laten gebruiken. Fouten maken mag, want ‘van proberen kun je leren’. Hierbij is het wel handig om kinderen die foutief taalgebruik hanteren te laten horen hoe je het correct gebruikt.
Een aantal tips die ingezet kunnen worden bij het vergroten van de woordenschat:
Educatieve tv-programma’s zoals Klokhuis en Jeugdjournaal
Dit zijn mooie, educatieve programma’s waar kinderen nieuwe woorden kunnen leren. Vaak worden de woorden ook visueel ondersteund. Ben je er wel bewust van dat alleen het bekijken van deze programma’s niet automatisch bijdraagt aan het vergroten van de actieve woordenschat, maar eerder aan de passieve kant.
Taalspelletjes
Het spelen van spelletjes is een mooie oefening om zowel te werken aan de passieve als de actieve woordenschat. Kinderen horen dan woorden van anderen, maar kunnen ook uitgedaagd worden zélf woorden te gebruiken die passief waren en actief gemaakt kunnen worden.
(Voor)lezen
Bij het (voor)lezen worden nieuwe woorden gebruikt, of woorden in een andere context gebruikt dan dat je het woord kende. Al dan niet ondersteunt met een tekening of afbeelding. Hierdoor wordt de (passieve) woordenschat vergroot.
Wisselend taalgebruik
Let je zelf op je woordkeuzes? Gebruik jij altijd dezelfde woorden of probeer je veel af te wisselen met synoniemen? Vaak sluipt dit erin; je vindt een woord nog zo moeilijk voor een jong kind en daarom gebruik je het woord waarvan je weet dat het kind het kent. Bijvoorbeeld; het kind kent het woord ‘praten’ en daarom gebruik jullie in de gesprekken ook altijd het woord ‘praten’. Hierdoor is het woord praten zowel passief als actief bij het kind bekend, máár nu leert het kind geen nieuwe synoniemen. Woorden als babbelen, ratelen, parlevinken, kwetteren, keuvelen of klessebessen blijven nu voor het kind onbekend. Probeer daarom het woord ‘praten’ ook eens af te wisselen met synoniemen. Je zult zien dat het kind snel deze woorden ook actief gaat inzetten.
Kinderkruiswoordpuzzels
Door het maken van kruiswoordpuzzels wordt de taal bij kinderen gestimuleerd. In het begin kan dit nog lastig zijn omdat kinderen de woorden wellicht nog niet kennen. Start daarom gemakkelijk en liefst samen, zodat kinderen hier langzaam in kunnen groeien.
Taalspelletjes?
“Wat voor taalspelletjes moet ik dan spelen?” Een vraag die mij regelmatig gesteld wordt. Alle spelletjes die taal uitlokken zijn prima. Belangrijk is dat je een spelletje kiest dat bij jullie in de smaak valt.
Voorbeelden van taalspelletjes zijn;
- Pimpampet
- Woordenslang (De eindletter is de beginletter voor het nieuwe woord. Het onderwerp bepaal je vooraf.)
- Woordslim (Woordenschatspel per leerjaar met meerdere niveaufases waarbij ook de abstracte woorden goed vertegenwoordigd zijn.)
- Omschrijfspelletjes (het is een beroep, elke gemeente heeft er één, hij draagt een ketting, enz. De andere spelers moeten raden wat het is)
- Vragenspelletjes (je neemt een dier, voorwerp o.i.d. in gedachten en de anderen moeten door goede, gerichte vragen, proberen erachter te komen wat het woord is)
- ABC (neem een onderwerp bijvoorbeeld eten en drinken; aardbei, boterham, chocolade, druiven enz.)
- Scrabble
- Tiktak boem
- 30 seconds junior (Vind je kind dit nog lastig? Start dan met het spelen in teams)
Veel succes met uitbreiden van het vocabulaire. 😉